dinsdag 18 september 2018

Vakantie 2018

Voorwoord
Op deze site staan tot nu toe alleen maar verslagen van onze reizen naar Amerika. Nu hebben we ook reizen gemaakt naar andere landen en (buitenlandse) steden, maar tijdens die reizen hebben we nooit een verslag bijgehouden. Daar hadden we geen tijd voor of geen zin in. Voor alles is echter een eerste keer en daarom hebben we van onze niet-Amerika reis in september van dit jaar toch een verslag bijgehouden.

Spoiler alert: Hieronder treft u een verslag aan van onze korte reis naar Frankrijk van dit jaar. Het betreft hier een bezoek van een kleine week naar een deel van het gebied rondom de Loire (het gebied rondom Chambord, Blois en Saumur). Hier hebben we vooral gefietst. Daarna hebben we een week doorgebracht in het noordoostelijk kustgebied van Bretagne. Hier hebben we naast fietsen vooral veel gewandeld.


Het verslag is in chronologische volgorde geschreven, of om het wat simpeler te zeggen: van dag tot dag. Alles staat onder elkaar. Wie de moed, zin en tijd heeft om alles te lezen kan gewoon naar beneden scrollen. Het begint met een even lange als overbodige inleiding over de voorbereiding van deze reis - die was er eigenlijk niet - en daarna treft u per dag een verslag van onze gebeurtenissen aan.

Wat u met dit reisverslag moet? Geen idee, wellicht kunt u er wat tips uit halen voor het reizen bij de Loire of het noordoostelijk kustgebied van Bretagne, of misschien vindt u het leuk om onze reisverslagen te lezen.(Oké, dat laatste is hypothetisch). Zoals gewoonlijk bestaat er de mogelijkheid om via het reactie-vakje uw genoegen of ongenoegen weer te geven. Dat vakje staat helemaal onder dit verslag. (Ik zeg maar even dat het daar staat, want zover komt u waarschijnlijk niet.)

Inleiding
Het heeft even geduurd maar nu zijn we dan toch op vakantie. Vorig jaar zaten we met het hele gezin een maand in Amerika waar we een totale zonsverduistering hebben bekeken. Dit jaar zitten de oudjes in Frankrijk en trekken de beide dochters momenteel door Ghana rond. De oudste zat daar al vanaf 1 maart - ze werkte er voor de GHEI, een Amerikaanse hulporganisatie; haar werk zit er nu op - de jongste is er gisteren naar toegevlogen om samen met haar zus veertien dagen door Ghana rond te trekken. Na afloop vliegen ze samen weer terug naar Nederland.

Ghana, ook spannend, maar natuurlijk lang niet zo spannend als op vakantie gaan naar Frankrijk. Het heeft even geduurd voordat we de knoop hadden doorgehakt. Even dachten we aan Vlieland, zelfs even aan het verre Denemarken, maar de keuze viel uiteindelijk op twee weekjes Frankrijk. Eerst een weekje Loire, daarna een weekje Bretagne. "Lekker met een tent" zei Marianne. "Eh wat? Met een tent? Wat is er mis met een viersterrenhotel?" Niets, maar een tent was leuker. Vooruit, met de tent dus.

De keuze valt niet op de kleine koepeltent waarmee we vorig jaar in Amerika een aantal dagen gekampeerd hebben. Die vinden we te klein voor Frankrijk. We hebben nog even naar wat grotere tenten gekeken bij de Decatlon en Bever Sport, maar opeens bedachten we dat we op de vliering nog onze Holiday-tent van vroeger hadden liggen. De Holiday, ach dat was die leuke tent van V&D en ach, V&D bestaat ook al niet meer. Ik heb gelijk de neiging om nu 'Het Dorp' van Wim Sonneveld te gaan zingen. Allemaal jeugdsentiment.

Maar goed, kamperen dus. We zijn in 1988 voor het eerst met de Holiday naar Frankrijk geweest. Dat was een soort proefkamperen. We zouden voor onze huwelijksreis dat jaar naar Amerika gaan. Ik (Martin) had nog nooit gekampeerd en voordat we vijf weken met een tent door Amerika zouden rondtrekken, leek het wel verstandig  om even uit te proberen of kamperen wel iets voor mij was. De eerste nacht stonden we ergens op een camping in Normandië. 's Nachts voelde ik hoe er iets in mijn rug zat te porren. Dat is Marianne, wat lief dacht ik nog, maar toen we de volgende dag de tent op braken, zagen we een verse molshoop onder de tent. Maar goed, het kamperen beviel verder wel en met de Holiday hebben we toen niet alleen in Frankrijk gekampeerd, maar zijn we er later ook twee keer mee naar Amerika geweest.

Ons tentje (en wij) een stukje jonger dan nu in 1988 in Amerika
Na 1991 hebben we de Holiday echter niet meer gebruikt. Er kwamen kinderen en het kamperen beperkte zich daarna tot kamperen (in Frankrijk en in Italië) in een Eurocamp tent. Later werd het zelfs "kamperen" in een stacaravan van Eurocamp. Al die tijd lag de Holiday op de vliering. Om de een of andere reden dachten we dat de tent een kapotte stang had, maar toen we hem vorige week na al die jaren weer eens opzetten, bleek dat niet zo te zijn.Wel waren er een aantal elastiekjes verdroogd en kapot,maar daar viel overheen te komen. Met behulp van een spuitbus - sorry milieu - spoten we de tent weer waterdicht en waren we klaar om met de Holiday naar Frankrijk af te reizen.

De tent in 2018 in onze tuin; hij ziet er wat slapjes uit, maar dat komt omdat hij nog niet strak gespannen is met haringen.
Het volgende punt was naar welke camping we zouden gaan. Het avontuurlijke  - we zien wel waren we onze tent opslaan - is er wel een beetje af en we gingen wat campings bekijken op de site van Eurocamp. Die zaten altijd op goede campings. Maar terwijl we dat deden, vlogen ons de aanbiedingen om de oren. Het was naseizoen, dat gaf al lage prijzen, er was een sale en er was ook nog eens een last minute korting. Dat allemaal bij elkaar gaf prijzen voor luxe stacaravans van € 35 tot €45 per nacht. Dat was voor sommige campings maar een tientje duurder dan het stageld voor ons tentje. Dat konden we niet laten lopen en voor gemiddeld 43 euro per nacht zitten we nu dus twee weken in stacaravans. Sorry Holiday, weer terug naar de vliering.

Het laatste discussiepuntje was dat Marianne graag in Frankrijk wilde fietsen. Wat? Fietsen mee? Naar Frankrijk? Dat is heel heuvelachtig! We gaan toch op vakantie? Maar vooruit, ik heb me laten overhalen.

Vrijdag 31 augustus 2018: Op weg naar Chartres
Om half tien vertrekken we met de fietsen op de fietsenstandaard achterop naar Frankrijk. Na een uur rijden hebben we 89 km afgelegd. Dat is niet zo heel veel. Dat komt door alle stoplichten in onze woonplaats en de 80 km snelheidslimiet in Rotterdam. Het uur daarna zakt het aantal afgelegde kilometers zelfs naar 80 km. Dat komt doordat er bij Antwerpen lange files zijn. Na Antwerpen pauzeren we even en drinken we een kop koffie uit de door ons meegenomen thermoskan met koffie.

Na de stop hebben we er de vaart in. De volgende twee uren laten een afgelegde afstand zien van respectievelijk 102 km en 101 km. Bij ons rijdt Marianne altijd, waardoor ik - u boft maar - de tijd heb om dit soort nuttige onderzoekjes te doen. Vraag niet hoe het kan maar profiteer er van.
Tijdens het vijfde uur rijden we om Parijs heen. Daar is het altijd druk en dat drukt - what's in a name - de snelheid. Gelukkig is het vooral de andere kant op die vast staat en kunnen we rondom Parijs in een uur tijd toch nog een afstand halen van 69 km. (Schrijft u het mee?) Daarna is het nog een kleine drie kwartier rijden naar Chartes, welke plaats we als overnachtingsplaats hebben uitgezocht. We verblijven er in het Ace hotel, een net - maar minstens zo belangrijk- goedkoop hotel (60 euro) op een klein industrieterrein vlakbij de snelweg. Het heeft op Booking.com goede recensies. Na elf uur 's avonds is het parkeerterrein afgesloten, wat gezien onze fietsen achterop de auto wel een prettig idee is. We hebben een keurige nette kamer.


In de buurt van het hotel moet volgens de recensies op Booking.com een goed Aziatisch wokrestaurant zitten. Het blijkt pal naast het hotel te zitten. Rechts er van, wij lopen uiteraard eerst naar links. Het restaurant lijkt wel op een soort buffetrestaurant van een hotel in Las Vegas. Zelfbediening en je mag zo veel opscheppen als je wilt. Ik heb me bescheiden opgesteld, alleen niet bij het toetje (drie keer: fruit; yoghurt en ijs).

Terug in het hotel hou ik me - in tegenstelling tot Marianne; die gaat met hulp van haar mobiel nutteloze zaken doen zoals op internet kijken wat we de volgende dag in Chartres zouden kunnen doen - bezig met wel nuttige zaken, zoals op internet volgen hoe mijn favoriete clubje Go Ahead Eagles het vanavond tegen MVV doet. (MVV uit, altijd lastig.) Opeens roept Marianne enthousiast: "Hij doet het nog steeds!" Even denk ik dat ze bedoelt dat onze spits heeft gescoord, ik kijk direct of dat zo is, maar het blijkt niet zo te zijn.

Ze doelt op Malcolm Miller. Dat is een Engelsman die in 1958 begon met het geven van rondleidingen in de kathedraal van Chartres. In 1978 hadden Marianne en een vriendin tijdens een vakantie in Frankrijk zo'n rondleiding gevolgd en in 1988 - tien jaar later, hij deed het nog steeds - hebben Marianne en ik toen ook zo'n rondleiding gevolgd. Tijdens latere jaren, als we voorbij Chartres reden, riepen Marianne en ik voor de grap wel eens: "Moeten we niet even naar Chartres voor een rondleiding van Malcolm Miller?" We namen daarbij aan dat hij er al lang mee gestopt zou zijn; en misschien was hij zelfs al overleden. Maar niet dus, niet alleen blijkt Malcolm Miller nog steeds te leven,hij geeft volgens de site van de kathedraal ook nog steeds rondleidingen. Al 60 jaar lang dus! Hij moet al dik in de tachtig zijn. Morgen dus naar de kathedraal.

Malcolm Miller in 1989 (hier demonstreert hij - hangende in de lucht en leunend op handen - hoe het gewicht van het dak door de constructie van de kathedraal wordt opgevangen). Rechts Malcolm Miller tijdens een rondleiding in 2012 (acrobatische krachttoeren zoals in 1989 doet hij niet meer); Beelden afkomstig van YouTube filmpjes.
Tot zover een veel te lang verslag wat ik meen nu nog langer te moeten maken door op te merken dat Kowet met 1-2 won bij MVV. Ik had niet anders verwacht.

Zaterdag 1 september 2018: Van Chartres naar Muides-sur -Loire
We staan vroeg op en om acht uur zitten we al in de ontbijtzaal van het hotel. Het is geen wereldontbijt (ook niet duur: 7 euro p.p.) maar wel een goed ontbijt. Gekookt eitje, croissantje, koffie. Wie heeft er nog meer nodig. Even later hebben we de boel ingepakt en alles in de auto ingeladen. Deze laten we bij het hotel staan. We halen de fietsen van de fietsenstandaard van de auto en fietsen richting Chartres en de kathedraal. Die is niet moeilijk te vinden. Hij is van verre te zien. In een kwartiertje tijd zijn we in hartje Chartres. De fietsen zijn een uitkomst. Het scheelt het zoeken van een (betaalde) parkeerplaats en we kunnen met de fiets veel dichter in het centrum komen dan met de auto.

Het had zelfs nog dichterbij gekund, ware het niet dat die verrekte kathedraal - nergens voor nodig; hij is al zo groot - boven op een heuvel staat. Nu is klimmen niet onze specialiteit en als we halverwege de heuvel wat fiets-nietjes zien, zetten we onze fietsen er tegen aan en lopen we de rest van de heuvel op richting kathedraal. Tegen negen uur, lopen we de kerk (sorry; kathedraal) binnen en vragen in de winkel waar ze kaartjes voor de Engelstalig rondleiding verkopen naar Malcom Miller.

Bord in de kathedraal waar de rondleidingen beginnen.
Echter tot onze grote teleurstelling zegt het talenwonder achter de kassa - ze spreekt drie woorden Engels: "Sorry no English"- dat zijn rondleiding op maandag is. Vandaag doet iemand anders de rondleiding. (Op de site van de kathedraal stond nota bene wel dat de rondleiding van Malcolm Miller op zaterdag was; onbetrouwbare Fransen.)




Over één zo'n raam kan Malcolm Miller al uren vertellen

De patroonheilige van  de duif

We hebben geen zin in de rondleiding van iemand anders en we besluiten daarom om op eigen gelegenheid de kathedraal (en een naast gelegen tuin; die is van een museum) te bekijken.


Als we even later iets op onze mobieltjes willen opzoeken, zien we we dat we allebei geen verbinding hebben. Bij de plaatselijke VVV kunnen we gelukkig gebruik maken van hun gratis wifi en dan zien we op de site van Simyo dat bij 'Mijn Simyo' staat ingesteld dat we het gebruik van mobiele data in het buitenland hebben uitstaan. Nooit geweten dat je dat uit kon zetten. Het zal wel ter bescherming zijn, maar we zetten het dus maar snel aan. Nu kunnen we ook weer met onze mobieltjes internetten onderweg, wat wel handig is om met behulp van Google Maps (en een papieren kaart) de weg naar Muides te vinden. Onze kaart, uit een Loire-boekje uit de bibliotheek, is niet echt gedetailleerd genoeg, dus de hulp van Google Maps is welkom.



Maar voordat we daar heen rijden, bekijken we eerst nog even het oude centrum van Chartres, drinken we een kop koffie op een terrasje, zien wat leuke kunstwerkjes (Chartres met kleurrijke ballonnen) van een plaatselijke kunstenaar (te duur voor ons), lunchen we (een galette voor Marianne en een in veel citroensap verdronken crêpe voor mij) en fietsen we terug naar het hotel. Daarna rijden we via regionale wegen in ruim een uurtje naar camping Le Château des Marais in Muides.


Om de een of andere reden had ik verwacht dat de camping zo goed als uitgestorven zou zijn, maar nee, het is er nog heel druk. Voor de incheckbalie staat een lange rij. Heel veel Engelsen. Volgens een bordje mogen we ons gelukkig rechtstreeks melden bij de tent van Eurocamp en daar krijgen we een  plattegrond van de camping, de code van de slagboom en de sleutel van onze stacaravan.  Deze laatste (O10) moeten we zelf zien te vinden.Vroeger, (vijftien jaar geleden; zo lang is het al weer geleden dat we met Eurocamp gingen), fietsten ze nog voor je uit, maar die tijden zijn blijkbaar voorbij.Maar geen probleem, want het is makkelijk te vinden. Onze stacaravan staat opvallenderwijs naast een grote boomhut die eigendom is van de camping. We halen de fietsen van de auto, de koffers uit de kofferbak en installeren ons in onze stacaravan.

Vervolgens willen we naar het winkeltje op de camping fietsen. Het op slot zetten van de deur van de stacaravan lukt echter ondanks mijn groot technisch inzicht niet. Geen idee waarom niet. We fietsen daarom terug naar de mensen van Eurocamp. Een Nederlands meisje fietst met veel tegenzin met ons mee naar de stacaravan en met veel moeite krijgt ze de deur op slot. Je moest onderaan tegen de deur je voet zetten en tegelijkertijd tegen de bovenkant van de deur duwen. Ach ja, einde seizoen. Ik vraag haar even naar de boomhut. Ze zit duidelijk in een andere belevingswereld dan wij, want het enige wat ze er over zegt is: "Ik zou hem niet graag willen schoonmaken."


Nadat we de deur van de stacaravan wel op slot krijgen, fietsen we naar het winkeltje van de camping. Er is niet veel te koop en we besluiten om daarom dan maar in een pizzeria op de camping  te gaan eten. Marianne kiest voor de Poule Rôti en ik voor de aanbieding van de dag: Pizza Hawaii. Al snel komt de kip van Marianne, maar mijn pizza vraagt blijkbaar wat meer tijd. Blijkbaar heel veel meer tijd, want tegen de tijd dat Marianne haar kip op heeft, heb ik nog steeds geen pizza gehad.

We vragen het meisje van de bediening of er nog enig zicht op de pizza is. Ze legt uit dat er wat problemen in de keuken zijn. Op de een of andere wijze heb ik al dat idee. Na nog een paar minuten wachten komt dan eindelijk mijn pizza Hawaii. Ik had een pizza met ananas verwacht maar ik krijg er eentje met ei. Ach ja, Hawaii is na de recente vulkaanuitbarsting ook behoorlijk veranderd en dus wellicht ook de pizza Hawaii. Ik doe er maar niet moeilijk over. Bij het betalen krijgen we vanwege het lange wachten tien procent korting.

Terug in de caravan proberen we de cafetière uit. Dat is een bepaald type koffiezetapparaat. Je legt de grof gemalen koffiebonen onder in. Giet er dan heet water op, laat het een aantal minuten intrekken, duwt dan een soort metalen filter omlaag in de kan, waardoor je de koffie kan inschenken zonder dat je koffiedrab ook in je beker krijgt. Het is maar goed dat we op de site van Eurocamp een demonstratiefilmpje van het ding hebben gezien, anders hadden we werkelijk geen flauw idee gehad hoe het werkte.

Het is niet echt een groot succes. De koffie was te slap en je bleef met een hoop drab in het apparaat zitten. Dat moet je er dan weer uithalen, maar hoe je dat het beste kon doen, dat was uiteraard in het filmpje niet te zien. Daar zag je alleen maar blije mensen die het ding niet hoefden schoon te maken.

Zondag 2 september: een fietstochtje naar Blois en Chambord.
Om kwart voor zeven gaat het alarm op Marianne haar mobiel af. Dat is een foutje. Veel te vroeg. Eveneens fout is dat we daarna pas om half tien wakker worden. Dat is veel te laat. Vandaag staat een lange fietstocht naar Blois en Chambord op het programma. Die fietstocht hadden we in ons bibliotheekboekje gezien. Snel ontbijten dus. Terwijl we dat aan het doen zijn, komt er een jongen van Eurocamp langs om te vragen of er nog problemen zijn. We wijzen hem op de deur die nog steeds niet lekker open en op slot wil. Hij zal er iemand voor langs sturen.

Even later vertrekken we. Na 500 meter, net nadat we een heuvel zijn afgereden, bedenk ik dat de plastic tas met bandenplakspul en een fietspompje vergeten ben. Toch maar terug de heuvel op om die op te halen. Poging twee om te vertrekken lukt beter en even later zijn we op weg naar Blois. We maken gebruik van een vrijliggend fietspad langs de oever van de Loire.We komen heel veel tegenliggers tegen, allemaal fietsers die meedoen aan een toertocht. De eerst vijf kilometer zien we niets van de Loire. Er staan allerlei bomen tussen ons en de rivier. De laatste tien kilometer daarentegen hebben we wel vrij uitzicht op de rivier en ik moet zeggen dat het aangenaam fietsen is hier.




Niet alleen de fietsers maar ook de fietsen moesten af en toe uitrusten



Een deel van een niet meer bestaande brug over de Loire
Als we in Blois aankomen is het al twaalf uur. We zetten de fietsen ergens bij een oude brug over de Loire en lopen naar het centrum.Op een terrasje bij een pleintje zitten al redelijk veel mensen te lunchen maar voor ons is het nog koffietijd. Even later komt er een groep Aziaten op het terrasje zitten. Eerst zitten ze allemaal bij elkaar, maar zodra ze besteld hebben, verspreiden ze zich opeens over het terras en gaan allemaal bij een verschillende tafeltje zitten, waardoor ze naar elkaar moeten schreeuwen om zich verstaanbaar te kunnen maken. Wonderlijk. Blijkbaar zijn ze net bij een trap geweest waarop een soort van een schietroos staat afgebeeld, want ze laten elkaar vervolgens al schreeuwend allemaal dezelfde foto op hun mobieltjes zien.


Na de koffie lopen we naar het kasteel van Blois. Het meest interessante schijnt de buitentrap op de binnenplaats te zijn. Als je door de toegangspoort van de binnenplaats kijkt, dan kan je de trap zien, zonder er 14 euro entree voor te betalen. Dat spreekt ons Hollanders wel aan, maar de Fransen zijn niet gek en hebben er iets op gevonden. Er hangen een aantal banieren in de entreepoort van de binnenplaats en bij toeval, precies op de plek waar je de trap had kunnen zien. Eigenlijk zou je een selfiestok moeten hebben om die doeken even weg te duwen.

Onder de banieren is nog een deel van de wenteltrap te zien.
Wat je even verderop wel goed kan zien, zijn de mechanisch draken die uit het museum van Robert Houdin komen.


Deze Fransman, niet te verwarren met Houdini, bedacht in het begin van de negentiende eeuw allerlei ingenieuze machines. Er is in Blois een museum aan de beste man gewijd. Het lijkt me wel interessant museum maar helaas geen tijd, want we hebben nog een behoorlijk stuk te fietsen vandaag. Hadden we maar vroeger moeten opstaan.


We lopen nog even door het oude deel van Blois en lopen dan terug naar onze fietsen. We steken over de oude brug de Loire over en fietsen dan over fietsroute nummer negen naar het kasteel Chambord. Gezeten op een bankje langs de Loire eten we onze meegenomen boterhammetjes op.

Blois
Onderweg missen we blijkbaar ergens een afslag en belanden we op een verkeerd fietspad. Nummer acht, ook een mooi fietspad, maar het brengt ons niet richting Chambord. Als we na een tijdje in een dorpje komen zien we dat we te zuidelijk zitten.

Is dit wel de goede weg?
De routeplanner op de mobiel dus maar weer eens aangezet en al snel, nou ja niet echt snel - de gemiddelde dagsnelheid zou vandaag uiteindelijk maar 13,8 km bedragen -  bereiken we tegen vijf uur Chambord. Onderweg drinken we overigens liters water. Het is erg warm. We zien een bord dat aangeeft dat het 31 graden is. Pfff. Gelukkig staat er ergens in één van de dorpjes een waterpomp waardoor we ons flessen weer kunnen bijvullen.


Chambord bekijken we alleen van de buitenkant. We hebben dit kasteel al eens samen met de kinderen van binnen bekeken en we laten het deze keer bij een half rondje er om heen lopen.



.

Terug bij de toegangsweg naar het kasteel willen we op een terrasje even iets drinken, maar de wespen zijn veel sneller bij ons dan de bediening, dus stappen we direct weer op. Wel koop ik even verderop nog een citroenlimonade ijsje. Daar ben ik een groot kenner van. Vervolgens fietsen we via een omweg door weilanden en bossen naar onze camping.

Het is al zeven uur geweest als we na 62 km fietsen weer terug zijn bij de stacaravan. Aan de deur hangt een briefje. Het is van de handyman. Hij heeft geprobeerd de deur te maken, maar als hij het goed wil doen, dan moet de stacaravan eerst helemaal opgetild worden. In ieder geval gaat de deur nu toch wat makkelijk open en dicht.

Omdat de winkel op de camping en de Intermarché supermarkt allebei al dicht zijn, gaan we noodgedwongen maar weer bij de pizzeria eten. Wijs geworden van de ervaring van gisteren bestel ik geen pizza Hawaii en deze keer komt het eten sneller. Dat geldt niet voor onze drankjes. Pas na een kwartier vinden die de weg naar onze tafel. Even later gevolgd door een literfles water die we niet besteld hebben, maar die we gratis krijgen. "U lust toch wel water?" Ja, daar hebben we vandaag al liters van op.

Terug in de stacaravan proberen we de cafetière nog een keer uit. Deze keer is de koffie te sterk. Gelukkig is het makkelijker om koffie te verdunnen dan weer sterker te maken, maar echt een fan van een cafetière ben ik nog niet.

Maandag 2 september. op bezoek bij het kasteel van Kuifje.
Herhaling is de kracht van de reclame, maar dat we wederom pas om half tien wakker worden is geen reclame voor ons. Snel ontbijten dus maar weer (wel een eitje en thee uiteraard) en wijs geworden door onze ervaringen van gisteren - de winkels waren allemaal al dicht toen we terug kwamen van onze fietstocht - gaan we eerst naar de winkel op de camping om wat eten voor vanavond te kopen. De keuze is reuze maar niet heuze - herstel, niet heus. We kopen wat champignons, een paprika, een ui, een potje tomatensaus en macaroni (ham hebben we nog) en zie hier onze veelbelovende maaltijd voor vanavond.

Vandaag fietsen we naar Cheverny. Daar staat een kasteel dat model heeft gestaan voor het kasteel uit de Kuifje-boeken van Hergé. Kapitein Haddock woont in de boeken in het kasteel. Behalve het kasteel en de tuinen kan je er ook een tentoonstelling over Kuifje bezoeken.

We fietsen eerst richting Chambord. Het is een lange eindeloze weg waar geen eind aan lijkt te komen. Dat is eindeloos dubbelop maar zo voelt het ook. Vanaf Chambord wordt het leuker fietsen. Je heb er allerlei fietspaden door de bossen heen. Ze (de fietspaden) slingeren een beetje om de rechte weg heen, waardoor je wel veel meer kilometers maakt ten opzichte van het rijden over de hoofdweg.




Route 6 gaat recht door, route 5 linksaf. Op welke route zitten we ook alweer?
Op een gegeven moment komen we in Bracieux. Daar is een bekende chocoladewinkel,maar vanaf september is deze op maandag en dinsdag dicht. Geen chocola voor ons dus. Nu hadden we gepland om ergens in Bracieux een kopje koffie te drinken, maar haast alles is dicht. Gelukkig zien we een Boulangerie-Pâtisserie die open is en die heeft een drietal tafeltjes in de zaak staan waar je een kop koffie kan drinken. Het is echt zo'n dorpsbakker, waarschijnlijk één van de weinige die open is, want het is een komen en gaan van mensen die brood kopen.


Na deze pauze vervolgen we onze weg die ons tussen de weilanden en de bossen door naar Cheverny voert.Ik moet zeggen dat het mooi fietsen is, maar wat minder mooi is, is dat Marianne haar fiets bij het schakelen - en dat doe je hier veel -  steeds meer onheilspellende geluiden maakt. En opeens, midden in een bos, om het nog wat onheilspellender te maken, een grote krak en lijkt de ketting van de derailleur af te schieten. Even trapt Marianne in het luchtledige maar na wat voorzichtig uitproberen pakt de vijfde versnelling de ketting nog wel. Wat nu? Niet meer schakelen lijkt de best optie. Gelukkig staat de versnelling in een relatief goede stand en voorzichtig vervolgen we onze weg, ik met mijn zeven versnellingen, waarvan ik alleen de kleinste vier gebruik, en Marianne met haar ene versnelling.

Na een uurtje fietsen bereiken we het kasteel van Cheverny. We kopen een kaartje voor de bezichtiging van het kasteel en voor de Kuifje tentoonstelling.



De beide zijvleugels heeft Hergé niet gebruikt. Scheelt natuurlijk elke keer weer een stukje tekenen.
Het kasteel is zo'n typisch Frans kasteel met binnenin een hoop portretten en harnassen van de voorvaderen van de eigenaar. Merkwaardige wijze staat er in elk vertrek een Lego-bouwwerk, variërende van James Bond tot Scooby Doo. Wat daar de toevoeging van is, ontgaat ons eerlijk gezegd een beetje. Heel erg bijzonder vinden we het kasteel niet. En dat geldt eerlijk gezegd ook voor de Kuifje-tentoonstelling. Interactief zegt de dame bij de entree. Dat betekent vooral geschikt voor kinderen.
Het gebouw met daarin de tentoonstelling. Dat we alleen een foto van de buitenkant hebben zegt eigenlijk al genoeg
Wel erg mooi zijn de tuinen van het kasteel. Heel veel bijzondere bomen, waarom een tweetal grote sequoia's uit 1870, die ik als expert zijnde natuurlijk direct al van verre herken.

Een sequoia uit 1870 met daarvoor de sequoiaboomkenner van Nederland
Op de grond ligt een net gevallen groene sequoiakegel. Die neem ik mee. Thuis eens kijken of ik de zaadjes er uit kan krijgen en er iets mee kan doen.


Dit is geen sequoia maar een"Tilleul des Familles Tilleul à grandes feuilles ou Tilleul de Hollande" aldus het bijbehorende bordje.


Ik neem aan dat ik dit voor u niet uit het Frans hoef te vertalen. Ook deze boom stamt uit 1870, waardoor ik het sterke vermoeden heb, dat de tuinen in 1870 zijn aangelegd. Er is ook nog een mooie oranjerie waar Marianne een tarte citron meringuée en ik een heel groot ijsje neem.

Op weg naar de Oranjerie




Terug naar de camping besluiten we via de kortere hoofdweg te fietsen en niet meer over de fietspaden in het bos. Dit voor het geval de enige versnelling van Marianne het begeeft. Ze trapt dapper door in haar ene versnelling (en fietst zelfs nog regelmatig sneller dan ik met al mijn zeven versnellingen).

Als we weer bij de bossen van Chambord zijn, wijst Marianne op één van de vele borden aldaar waar voor herten en zwijnen wordt gewaarschuwd. Die hadden ze net zo goed hier niet kunnen zetten, nog geen beest gezien, zegt ze. Ze heeft het nog niet gezegd of we zien een wild zwijn naast de weg rennen. Maar goed dat er niet voor leeuwen en tijgers wordt gewaarschuwd. De ketting blijft zitten - wel lekker eigenlijk dat Marianne zo niet veel harder dan ik kan fietsen - en na 26 km fietsen (heen was het via de fietspaden 30 km) bereiken we de camping, waar we 's avonds genieten van onze avondmaaltijd zoals ik die al in het begin van dit verslag heb beschreven.


Dinsdag 4 september: op bezoek bij Leonardo DaVinci.
Vandaag lukt het wel om vroeg op te staan. Dat moet ook wel, want ons verblijf in Muides zit er al weer op. We verkassen naar een camping niet ver van Saumur af. Voor tien uur moeten we uitchecken. Als ik mijn koffer inpak, valt het me op dat mijn kleren tijdens de vakantie lijken te groeien. De stapel lijkt hoger te zijn dan toen ik hem thuis inpakte.

Even na tien uur rijden we, na een ontbijt met stokbrood en een croissantje, richting Amboise. Daar in Chaterau du Clos Lucé heeft Leonardo da Vinci de laatste drie jaar van zijn leven gewoond en gewerkt. Leonardo da Vinci, iemand uit het rijtje geniën zoals Archimedes, Blaisse Pascal, Albert Einstein en Dennis Bergkamp, verhuisde in 1516 naar Frankrijk. Samen met twee leerlingen en drie schilderijen (waaronder de Mona Lisa) maakte hij per ezel de tocht door de Alpen naar Frankrijk, waar de toenmalige koning Frans 1 hem het gebruik van een klein kasteel, vlakbij het grote kasteel van de koning, in Amboise aanbood.

We voeren het adres in op Google Maps, maar omdat onderweg overal borden staan die verwijzen naar het kasteel zetten we de mobiel al snel weer uit. Scheelt datagebruik. Maar als we in Amboise komen, zien we opeens nergens meer borden staan. We zetten Google maps maar weer aan (te laat uiteraard) en dan blijkt dat we al te ver zijn doorgereden. Via allerlei kleine straatjes in Amboise leidt de dame van Google Maps ons naar het kasteel. Wel is het opletten wat ze zegt, want Rue des Moulin spreekt ze bijvoorbeeld uit als Rudes Moelin.

Uiteindelijk komen we bij het kasteeltje aan. Daar doe ik wat doms. Tot twee keer  toe stuur ik Marianne naar de verkeerde parkeerplaats (eerst naar de gehandicaptenplaats, daarna naar eentje voor RV's (ik dacht dat het een gratis parkeerplaats voor auto's was.) Als we keren op de smalle weg, horen we opeens een klein paaltje tegen de fietsenstandaard aan komen. Nou ja, het is eigenlijk andersom: de auto rijdt tegen het paaltje aan. Gelukkig reden we nul in het uur en de fietsen lijken niet beschadigd. Wel staat de fietsenstandaard nu iets scheef gedraaid op de auto, maar we kunnen er goed mee doorrijden. Die zetten we op de camping wel weer recht.

Bij de kassa kopen we kaartjes van een juffrouw die met glans de verkiezing meest sacherijnige kassajuffrouw van Frankrijk zou winnen, mits zo'n verkiezing gehouden zou worden. Na eerst een kop koffie bezoeken we het kasteel en ik moet zeggen, het is een alleraardigst kasteeltje.


Je ziet onder andere hoe de werkkamer van Leonardo Da Vinci er vroeger uit had gezien. (Of dat daadwerkelijk zo is, is uiteraard de vraag.) Ook staan er een aantal replica's van zijn schilderijen en van kopieën van zijn uitvindingen met bijbehorende schetsen.


Het bureau van Leonardo da Vinci (althans zoals het hier staat; het kan er natuurlijk heel anders uitgezien hebben)



De  geesten van Leonardo da Vinci en van één van zijn leerlingen waarden nog rond in het kasteel
Er is ook een rondleiding aan de gang in het Frans. Een grote groep mensen staat met een gids voor een kopie van de Mona Lisa. Het lijkt gezien de drukte wel een rondleiding in het Louvre bij het echte schilderij .

Drukte voor de kopie van de Mona Lisa

En zo ziet de ruimte er uit als de groep weg is.
Een Engelse dame roept bij elke uitvinding vol verbazing: "Heeft hij dat ook uitgevonden?" Da Vinci blijkt een hoop oorlogstuig bedacht te hebben. Zo zijn er modellen te zien van een tank en van een soort mitrailleur. Maar hij heeft ook een vreedzame zaken bedacht, zoals een model voor een fiets en een idee voor een dubbele scheepswand.



Het brandblusapparaat op de achtergrond is geen uitvinding van Leonardo Da Vinci.

Een ontwerp voor een krik; één van de vele kopieën van tekeningen van Leonardo Da Vinci die in het kasteel hangen.
Na het bezoek aan het kasteeltje lunchen we en vervolgens lopen we door de mooi aangelegen kasteeltuin. Hier staan nog meer replica's van bedenksels van Da Vinci, zoals een brug en zijn ontwerp voor een tank.


Een model voor een tank die door het voetvolk in de tank voortbewogen moest worden. Een soort Fred Flinstone tank.

Ook in de tuin van het kasteel hangen kopieën van enkele van zijn doeken.
Niet elk idee van hem was overigens een succes. Zo kwam zijn idee voor een vliegtuig niet van de grond. Te zwaar en niet het juiste principe. Hij koos voor een systeem van op en neer gaande vleugels net zoals vogels het doen.

Waarom zijn model voor een vliegtuig in een boom hangt? Ik heb geen idee. Lijkt me iets voor 'Aircrash Investigations'.
Na het bezoek rijden we via de D952 langs de oevers van de Loire naar onze camping (Domaine de la Brèche in Varennes-sur-Loire).


Bij de Eurocamptent worden we op gewacht door Josh, een allervriendelijkste Engelse jongen. Hij heet ons welkom en fietst vervolgens voor ons uit naar onze stacaravan. Bezorgd kijkt hij een paar keer achterom om te zien of we hem wel kunnen volgen. Ja Josh, dat lukt.

Nadat we ons geïnstalleerd hebben in onze stacaravan (drie slaapkamers en twee badkamers), proberen we de fietsenstandaard weer recht te zetten. We krijgen wel de schroef los, maar we krijgen hem niet van de trekhaak omhoog getild. Ai, wat nu? We kunnen het wel forceren natuurlijk, maar dat kan een aantal verschillende uitkomsten opleveren: a) Hij gaat er af en we kunnen hem daarna weer netjes recht op zetten (hoera); b) hij wil er wel af maar er daarna niet meer op (niet goed); c) hij wil er slechts gedeeltelijk af en er daarna niet meer op of af (helemaal niet goed). We besluiten hem daarom maar weer vast te draaien. We kunnen er zo goed mee rijden en dan tackelen we thuis wel het probleem.

Het is een erg grote (en mooie) camping en zelfs zo groot dat we de fiets pakken om naar de winkel te gaan. Ze hebben er kip en dus wordt het vanavond Kip Curry uit een meegenomen pot. 's Avonds drinken we een kop koffie op het terras van de bar. Er is daar gratis wifi en daar maken we dankbaar gebruik van.

Woensdag 5 september: een rondje Saumur
Vanochtend staan we redelijk op tijd op. Terwijl Marianne het ontbijt klaar zet, fiets ik naar de winkel op de camping voor het brood. "Une baquette et deux croissants s'íl vout plait." Ja, ja, ik spreek mijn talen. Na het ontbijt stappen we weer op de fiets. Marianne heeft een rondje van ruim 50 km in gedachten. Zij noemt dat vakantie. De bedoeling is om naar Saumur te fietsen, daar de brug over de Loire te nemen, om dan via de zuidoever naar Gennes te rijden en dan via de noordoever weer terug te keren naar Saumur.  Zie hier een kaartje van het gebied.


Als we van de camping naar de D952 rijden - dat is de weg naar Saumur - komen we een vervelend probleem tegen. Er is geen fietspad langs de D952 hier. Je moet tussen de witte streep (de rechter uiteraard) en het gras rijden. Echt aangenaam fietsen is dat niet met alle langsrazende auto's naast je, maar we hebben geen keuze. Gelukkig valt het mee, maar we zijn toch wel opgelucht als na een kilometer of zes er een fietspad langs de weg opduikt, waardoor we de laatste twee kilometer met een wat veiliger gevoel naar Saumur kunnen fietsen. In Saumur steken we de Loire over en drinken we eerst op een terrasje een kop koffie.

De brug over de Loire bij Saumur

Saumur gezien vanaf de brug
Daarna rijden we naar de Tourist Information en kopen er een fietskaart van dit gebied. We verlaten Saumur en volgen een fietsroute die ons via de zuidoever van de Loire naar Gennes moet brengen, waar we de rivier weer kunnen oversteken. In het begin laat de route de Loire eerst rechts liggen en voert ons via wat weggetjes langs weilanden en druivenvelden.

Een zijrivier van de Loire in Saumur.


Het is behoorlijk klimmen en dalen. Op een gegeven moment haal ik al dalende een snelheid van 39,26 km,een record voor mij.


Oké, een wielrenner rijdt zo'n snelheid nog tijdens een wandeletappe in de Tour de France, maar ik vind het heel hard gaan. Helaas is het wel zo dat voordat je kan dalen je vaak eerst moet klimmen en daarbij haal ik regelmatig een snelheid van maar 0 km per uur. Met zo'n snelheid val je om en om dat te voorkomen lopen we af en toe een stuk heuvelopwaarts. Ik denk niet dat er een toekomstig tourwinnaar in mij zit.
De Loire
Gelukkig keert het fietspad na een tijdje weer terug naar de oever van de Loire en daar is het een stuk relaxter fietsen. Marianne fietst overigens nog steeds met maar één versnelling, dus ik houd me wat in. Of was dat inhouden nou andersom? Nou ja doet er ook niet toe. In Trèves zien we een Gronings kerkje staan, dat wil zeggen een kerkje met scheuren in de muren.


In dit geval komt het doordat het kerkje uit de elfde tot de dertiende eeuw stamt. Op een informatiebord staat in het Engels geschreven dat de mensen vroeger de overledenen bij de deur van de kerk legden, in afwachting van de begrafenis. In de Franse tekst ontbreekt dit detail, wellicht is het bedoeld om buitenlandse toeristen wat af te schrikken.

In Cunault zien we een mini-bieb (zo'n hokje met boeken die je gratis mag meenemen; wel graag één terug zetten), iets wat je tegenwoordig ook regelmatig in Nederland ziet.


Moderne tijden: een stokbroodautomaat
Even verderop worden we weer heuvelopwaarts - lopen dus - door een bos geleid en al met al komen we uiteindelijk na 30 kilometer fietsen - en een uur later dan gepland - in Gennes aan. Hier staat een lunch in de planning,maar mooi niet dus. Nauwelijks een restaurantje te zien en die we zien, zijn allemaal dicht, als ze al ooit open geweest zijn.

Gennes
We fietsen over de Loire naar Les Rosiers-sur-Loire. Dit plaatsje voert niet echt een concurrentiestrijd met Gennes, want ook hier is alles dicht, op één patisseriewinkel na. De eigenaar van deze zaak zegt dat hij wel een broodje met ham en kaas voor ons kan maken. "Kan het ook alleen met ham?" vragen we. Hij trekt een bedenkelijk gezicht en zegt dat het heel dure ham is en dat zo'n broodje dan 16 euro kost. Ok, en met ham en kaas dan, hoe duur is het dan? Veertien euro per broodje. Zo, zo, de kaas is ook duur. Deze broodjes laten we maar aan onze neus en maag voorbijgaan en onze lunch even verderop bestaat daarom uit een appel en flesje water.

Terug naar Saumur fietsen we over een fietspad vlak langs de oever van de Loire. Op zich een mooi pad, maar veel meer dan een karrenspoor is het niet. In de buurt van Saumur is het deels geasfalteerd, maar de toestand van het pad is ook hier niet best.

De Loire
Fietspad langs de Loire
Het fietspad even verderop
Vanaf Saumur is het weer op de weg fietsen. Gelukkig bereiken we veilig de camping - dat vermoedde u waarschijnlijk al; want anders zou u dit verslag niet kunnen lezen - en even later maken we met onze auto zelf het leven van fietsers op de weg onveilig. De reden daartoe is een bezoek aan de Intermarché in Saumur. Nu hadden we ons de hele tijd al verheugd op die grote bekers met aardbeienyoghurt die we van vroeger uit Frankrijk kenden, maar die blijken er niet meer te zijn. Frankrijk is Frankrijk niet meer.

Donderdag 6 september: Nog een rondje Saumur.
Vandaag staat er weer een rondje Saumur op het programma. Deze keer de andere kant op. Het is maar een rondje van zo'n 35 km. Daar draai ik mijn trappers niet voor om. Herstel, daar draai ik mijn hand niet voor om. Deze keer slaan we op de D952 linksaf. Na zo'n vijf kilometer fietsen nemen we de brug over de Loire richting Montsoreau en Candes-Saint-Martin. Volgens onze fietskaart zijn dat twee van de mooiste dorpen van Frankrijk. Laat ik het zo zeggen: daar zijn discussies over mogelijk.

In Candes-Saint-Martin hangt bij een oud kerkje een oud vrouwtje uit het raam, althans gedeeltelijk. Met iedereen die langs komt, begint ze een praatje. Blijkbaar is het haar levensdoel om iedereen van de schoonheid van het kerkje te overtuigen. Ook tegen mij begint ze een heel verhaal. Ik versta er nauwelijks een woord van en zeg in mijn beste Frans dat ik niet zo goed Frans spreek. Oh, dat was geen probleem zegt ze, ze spreekt ook Engels. Gelukkig naderen er een aantal Fransen en enthousiast begint ze tegen hen te praten.

Iets verderop is een uitzichtpunt. Het is een zware klim omhoog. We moeten over een slecht pad een steile heuvel oplopen. Het is een klim uit de categorie: "It'd better be good". Niet dus, het uitzicht valt tegen. Wel zien we in de verte de rook van een kerncentrale. Volgens een informatiebord bij het uitzichtpunt is de hoogte van de torens van de kerncentrale beperkt gebleven tot dertig meter zodat ze beter in het landschap passen. Heel attent van de Franse overheid.

Voor dit uitzicht hebben we nou de zware klim gemaakt
Hier legt de Franse overheid uit hoe goed ze de kerncentrale in de omgeving hebben ingepast.
In Montsoreau bekijken we even het punt waar de rivieren de Vienne en de Loire samen komen en daarna drinken we een kop koffie in een Tabac. We zitten eerst op het terrasje maar omdat we een paar regendruppels voelen, gaan we binnen zitten. In de krantenstandaard zien we verrassenderwijs een New York Times staan. Veel Amerikanen zie je hier niet. Bij het oud-papier ligt een stapel van De Telegraaf. Was blijkbaar niet veel vraag naar.




De bergkoning demarreert!


Van Montsoreau fietsen we via een route van onze fietskaart langs de Loire naar Saumur. Volgens de kaart was het een geplaveide weg. Waarschijnlijk alleen geplaveid met goede voornemens, want veel meer dan een enigszins met stenen verhard pad is het niet. Vannacht heeft het even flink geregend, waardoor er her en der nog de nodige plassen op het pad staan.

Het geplaveide fietspad, maar niet heus
In het dorpje Turquant verlaat de fietsroute de Loire en gaat het over verharde wegen omhoog richting de wijnvelden met duizenden druivenranken. Het is wel even zwaar klimmen. In de al flink omhoog lopende weg ligt bovendien ook nog eens een drempel, alsof we al niet genoeg te klimmen hebben. Maar de beloning is groot. Eenmaal boven fietsen we door kilometers lange wijngaarden. Hoewel de lucht nog steeds dreigend is, is het opgehouden met regenen. Al die duizenden druivenranken vormen een fraai gezicht.


Fietspad door de wijnvelden






Eén van de kanshebbers voor de bolletjestrui.


Na een tijdje fietsen krijgen we de keuze: of via het fietspad langs de Loire of via een fietspad langs de wijnvelden richting Saumur. Volgens het bordje zijn beide routes even lang, allebei 7 km. Omdat we al genoeg van de Loire hebben gezien, kiezen we voor de wijnvelden en dat is afgezien van het klimmen een goede keus, want als we in Saumur aankomen, zien we vrijwel direct het kasteel van Saumur recht voor ons liggen. Dat staat hoog op een heuvel - om de een of andere reden bouwden ze die dingen altijd boven op een heuvel - maar omdat we de klim al geleidelijk onderweg hebben gemaakt, hoeven we nu niet de steile klim in Saumur naar het kasteel te doen.





Ridder Martin de Dappere

Is dit jonkvrouw Marianne?
Uitzicht op Saumur vanaf het kasteel
We kopen voor 6 euro p.p. kaartjes en bekijken het kasteel. Eentje uit de categorie 'aardig maar niet heel bijzonder'. Na het bezoek rijden we naar het centrum van Saumur, waar we onze fietsen weer bij het terrasje van gisteren stallen. We lopen vervolgens door het oude centrum van Saumur en ik moet zeggen, het is een alleraardigst stadje. In een van de straten zien we allemaal paraplu's hangen,





Bij een kraampje koopt Marianne een tarte au citron meringuée. Ze verkopen ook broodjes met ham en kaas voor 3,40 euro. Zie je wel dat het broodje ham en kaas dat de man in Les Rosiers-sur-Loire ons gisteren voor 14 euro probeerde te verkopen aan de dure kant was. Na het bezoek aan Saumur fietsen we via de D952 weer terug naar de camping.

Daar aangekomen zie ik dat de totaal afgelegde afstand vandaag 37 km bedraagt. De gemiddelde snelheid is slechts 12,2 km. Dat komt doordat we best vaak van de fiets af moesten en omhoog moesten lopen. Nu zou je zeggen dat wordt wel gecompenseerd als je omlaag rijdt, maar dat is niet zo. Op de een of andere wijze hebben de Fransen overal beneden aan de heuvels een kruising aangelegd, waardoor je gedwongen bent om al remmende omlaag te gaan. Anders sta je beneden nooit op tijd stil. Op een gegeven moment krijg ik een kriebel aan mijn neus. Ik laat even de rem los om te kunnen krabben met als gevolg dat ik prompt een stuk sneller ga. Ik kan nog net op tijd voor de kruising stoppen. Wat achteraf helemaal niet nodig was, want er was helemaal geen kruisend verkeer. Maar ja, je kan niet alles van te voren weten, net zoals u niet weet wat ik morgen ga typen.


Vrijdag 7 september 2018: op naar Bretagne
Het eerste deel van onze vakantie, het deel bij de Loire, zit er op. Vandaag verkassen we naar Bretagne. We staan redelijk vroeg op. Terwijl ik brood ga halen, kookt Marianne alvast een eitje. Om de benodigde vijf minuten daarvoor te timen stelt ze een alarm in op haar mobiel. Na een tijdje heeft ze het gevoel dat het wel wat lang duurt. Ze kijkt op haar mobiel en ziet dat pas over vier uur en 54 minuten en 30 seconden het alarm af zal gaan. Ze heeft het alarm per ongeluk op vijf uur gezet in plaats van op vijf minuten. Dat zou een behoorlijk hard gekookt eitje opleveren. Maar goed, de schade valt nog te overzien en eerlijk gezegd is het eitje precies goed.

Nadat we alles ingepakt hebben en de fietsen weer achterop op de standaard hebben gezet, vertrekken we. Het is vanaf Saumur niet zo ver rijden naar Bretagne, zo'n 250 km. We rijden via Angers en Rennes richting St Malo. Tegen elf uur stoppen we om ergens een kop koffie te drinken. We zien een bord dat naar een commercieel centrum pal naast onze 'route national' wijst. Even later lopen we een winkelcentrum binnen waar een grote Super U, een paar kleine winkeltjes en een cafetaria zit, waar we deux café crème bestellen. Als we even later gebruik willen maken van een openbaar toilet, zien we een erg forse man lopen die een grote winkelwagen vol met boodschappen voor zich uit duwt. Tot zover niets bijzonders, ware het niet dat hij met boodschappenwagen en al uit het gehandicaptentoilet komt. Hoe heeft hij dat allemaal naar binnen en weer naar buiten gekregen?
Om half één pauzeren we wederom, deze keer op een 'aire'. We tanken, eten een stuk stokbrood met kaas en kijken even bij de naast gelegen McDonalds. Het is een hightech McDonalds. Je kan online al bestellen en dan hier je eten afhalen.

Tegen drie uur bereiken we de camping. Chateau des Ormes bij Dol de Bretagne.


Het blijkt een grote camping te zijn met niet alleen een golfbaan, maar ook met allerlei sportieve activiteiten die beslist niet aan ons besteed zijn zoals een soort abseilen, je laten voortrekken op een waterband en een klimtocht door hoge bomen (allemaal uiteraard tegen betaling). Als we ons melden bij de Eurocamp-medewerker - ze schijnen Engels te spreken maar hun accent is nauwelijks te volgen - krijgen we de sleutel voor onze stacaravan, wat papieren en een polsbandje om. Dat laatste moet je verplicht dragen. Een dame voor ons heeft de man nog in de auto zitten, maar die ontkomt er niet aan. De Eurocamp medewerkster loopt mee naar buiten om ook de man de polsband om te doen. Veroordeelde criminelen dragen een enkelband, wij campinggasten dus een polsband. Ik heb sterk het vermoeden dat de mijne niet lang blijft zitten.

Het is een erg grote camping. Een beetje massaal gebeuren. We zitten in een nieuw type stacaravan: de Azure. Ik moet zeggen, het valt tegen. In Nederland werken sommige architecten samen met de vereniging van huisvrouwen. Dit omdat huisvrouwen (en ook huismannen als ik) weten wat praktisch is en wat niet. Het had beslist geen kwaad gekund als de ontwerper van de Azure dit ook had gedaan, want nu zitten er toch behoorlijk wat ontwerpfoutjes in het ontwerp.

Ons gezellige straatje
Je hebt er ook ruimere plekken. Die mensen die daar in zitten, kennen waarschijnlijk een mannetje bij Eurocamp.

Eén van de ruimere plekken

Zo heeft de ontwerper vermoedelijk een hekel aan kasten. Stonden bijvoorbeeld de zwabber en de emmer bij de vorige stacaravans waarin we zaten keurig in een kast, in het kader van (vermoedelijk) meer openheid staan die hier gewoon los in een hoek van het leefgedeelte. Gezellig! Verder is de "masterbedroom" aan de kleine kant, zeker voor een grote geest als ik. Het is passen en meten als je om het bed wil lopen. Je moet echt voetje voor voetje lopen. Tien centimeter meer ruimte rondom het bed zou welkom zijn geweest (die zouden makkelijk van de naast gelegen doucheruimte afgehaald kunnen worden, want die is wel erg ruim). Er zijn verder nog wel wat meer minpuntjes, maar als ik die ook allemaal ga opnoemen, dan gaat u mij vast als een oude zeur beschouwen. Dat ben ik weliswaar ook, maar dat hoeft u niet te weten.

We lopen een rondje over de camping, internetten even bij de receptie (daar is gratis wifi) en doen daarna boodschappen bij de campingwinkel, een SPAR. Deze heeft een redelijk assortiment,maar veel kopen we er nu niet. We hebben gisteren al eten voor vandaag (bij de supermarkt in Saumur) gekocht, een kant en klaar couscouspakket. Als we weer terug bij de stacaravan zijn en het eten willen opzetten, zien we dat we geen enkele pannendeksel hebben. Dat is niet alleen slordig van Europcamp maar ook nog eens lastig, want probeer maar eens iets af te gieten zonder deksel.

We pakken de fiets en rijden naar de receptie. Er is echter geen Eurocamp-medewerker meer aanwezig, maar nog wel iemand van Canvas, een soortgelijke organisatie. Deze vraagt wat er aan de hand is en belt vervolgens behulpzaam naar zijn collega van Eurocamp om onze klacht door te geven. We gaan weer terug naar de stacaravan en even later komt er iemand met drie pannendeksels aan. Passen weliswaar van geen kanten, maar we kunnen nu wel de boel afgieten.

En met de pannendeksels kunnen we niet alleen de pannen sluiten, maar ook dit verhaal, ware het niet dat ik nog even moet vermelden dat mijn clubje Go ahead Eagles vandaag thuis speelt tegen het altijd lastige Volendam. We staan met nog een kwartier te spelen met 3-0 voor, maar of we deze wedstrijd inderdaad gaan winnen is een cliffhanger voor het verslag van morgen.


Zaterdag 8 september: wandelen bij het kasteel van de Vikings
We beginnen het verslag met de cliffhanger van gisteren: de wedstrijd van mijn clubje Go Ahead Eagles thuis tegen het altijd lastige Volendam. Ik verliet u in de 75e minuut. We stonden met 3-0 voor en ik kan u verblijden met de mededeling dat dit ook de eindstand is geworden. We staan nu met 12 punten uit vier wedstrijden bovenaan in de Keuken Kampioen competitie. Nu kan het zijn dat u dit verslag pas over een jaar of vijf leest. Grote kans dat u dan verbaasd zegt: "Huh?, speelde de drievoudig Champions League winnaar vijf jaar geleden nog in de Keuken Kampioen Competitie?" Inderdaad, dat was voor de vijf opeenvolgende kampioenschappen (1 keer Keuken Kampioen kampioen, vier keer Eredivisie winnaar en nog eens drie keer de Champions League gewonnen).

Maar goed terug naar de dag van vandaag. De dag begint met een douche en laten we ook eens wat positiefs over de stacaravan zeggen. Het heeft echt een mooie ruime douche. Die ruimte is weliswaar ten koste gegaan van de ruimte in de slaapkamer - elk voordeel heeft zijn nadeel -  maar de douche profiteert ervan. De beste douche so far van alle Eurocamp stacaravans tot nu toe.

Na het ontbijt vertrekken we naar Fort La Latte, gelegen aan de kust. Dit is een oud fort, oorspronkelijk gebouwd in 937. Dat deel bestaat echter niet meer. Met de bouw van het huidige slot werd in de dertiende eeuw begonnen. Dat was een paar eeuwen nadat de Noormannen hier binnen vielen, maar dat was voor de makers van de Amerikaanse speelfilm 'The Vikings', een film uit 1957 met Kirk Douglas, Tony Curtis en Janet Leigh, geen beletsel om het slot te situeren in de tijd van de Noormannen.


Bij Fort La Latte begint een kustwandeling die onderdeel uit maakt van een Frans langeafstandroute (de GR: de Grande Randonnée), een wandeling die hier langs de kustlijn voert. Het is vanaf onze camping zo'n 70 km rijden en daar doen we bijna anderhalf uur over. Het is druk op deze zaterdag. In Dol de Bretagne is het markt en het verkeer staat er zelfs vast. We rijden na Dol de Bretagne eerst over dertig km snelweg, maar daarna is het rijden door allerlei Franse dorpjes. In één van de dorpjes staat dat je een groene golf hebt als je 50 km per uur rijdt. Merkwaardig is dat het hele dorp maar één stoplicht telt. De dame van Google Maps voert ons van dorpje naar dorpje en in elk dorp is wel een Rudes Kenneral de Kool, zo spreekt de dame 'Rue du Général de Gaulle uit. Onderweg drinken we bij een baai - het is eb en de zeilboten liggen droog op de baai - een kop koffie.

Tegen twaalf uur komen we aan bij het Fort en beginnen we aan de wandeling naar een verderop gelegen vuurtoren bij Cap Fréhel. Al met al doen we daar zo'n 75 minuten over. Het eerste deel lopen we door wat struiken, maar verderop is het open en heb je uitzicht op de rotsen waar het water van de zee tegen aan beukt. In het reisgidsje waar we deze wandeling uit hebben gehaald, werd gewaarschuwd dat de wandeling niet geschikt was voor mensen met hoogtevrees, maar die waarschuwing is wat overdreven. Echt heel dicht bij de rand kom je maar zelden.








Aan het einde van de wandeling bij de vuurtoren - echt een heel lelijk ding en dat zeg ik niet vaak van vuurtorens -  eten we onze boterhammetjes en dan lopen we weer terug naar het Fort. We kopen kaartjes (5,70 euro p.p.) en bekijken in een half uurtje tijd de bouwwerken. Van binnen is het echt niks, maar van buiten ziet het er uit zoals een kasteel bij zee er uit moet zien. Dat zal dan ook de reden zijn geweest dat de makers van de film het in 1957 afgehuurd hebben.





We rijden vervolgens via allerlei dubieuze wegen en een heel leger van Generaal de Gaulle's weer terug naar onze camping, waar we tegen zeven uur 's avonds aankomen. Na het eten, gaan we nog even naar een bar op de camping, waar gratis internet is. Op een groot scherm is de voetbalwedstrijd Engeland - Spanje te zien. De Engelsen verliezen met 1-2. Tja, ze beschikken natuurlijk niet over het voetbaltalent van de spelers van Go Ahead Eagles.

Zondag 9 september 2018: Een opvallend steentje.
Vandaag is het zondag. We doen het maar eens een keertje rustig aan. Het is tenslotte vakantie. Of zoals de Chinese filosoof Lao-Tse ooit zei: "Je kunt beter niets doen, dan druk te zijn met niets." Het zonnetje schijnt op deze zondag en we ontbijten buiten op ons terrasje met een croissantje en een uitgeperst glaasje verse sinaasappelsap. Tegen elf uur besluiten we om naar de bar te gaan om daar een kopje koffie te drinken en wat te internetten - daar is gratis wifi; in je stacaravan kan je alleen tegen betaling wifi ontvangen. Maar als we bij de bar aankomen, blijkt die dicht te zijn, geen koffie dus. Die Fransen ook! Wel doet de gratis wifi het op het verlaten terras, maar door de zon is het scherm nauwelijks te bekijken. We lopen daarom even later naar de receptie van de camping om toch maar wifi-toegang voor in de stacaravan te kopen. Voor drie dagen kost dat 20 euro, toe maar aan, maar vooruit.

Terug in de stacaravan zetten we onze eigen koffie in de cafetiérre - echt enthousiast ben ik nog steeds niet over het apparaat - en wisselen we wat whatsapp berichten met de dochters in Ghana uit. Ook 's middags doen we niet zo veel. Tegen vier uur besluiten we om toch maar iets actiefs te doen. We pakken de fiets en fietsen in onze korte broek  - de foto's daarvan zal ik u besparen - naar 'Le Menhir du Champ Dolent' toe. Dat is een grote steen die rechtop in de grond staat. Zo'n 5000 jaar geleden hebben de Galliërs - rare jongens - een steen van bijna 10 meter lengte met een gewicht van 120.000 kg over een afstand van vier kilometer naar zijn huidige standplaats gesjouwd. Waarom? Geen idee, maar de steen staat nu dus ergens recht overeind in een weiland. Het is zeven kilometer fietsen vanaf onze stacaravan, niet zo ver dus, maar wel langs een vrij drukke weg die ook nog heuvelachtig is; kortom het is niet echt fijn fietsen.

De steen blijkt inderdaad groot te zijn. Indrukwekkend groot zelfs. Het moet een behoorlijk inspanning hebben gekost om het ding over die afstand van vier kilometer hierheen te krijgen.





We maken de nodige foto's en fietsen daarna weer terug naar de camping. Deze keer via een andere route, grotendeels over allerlei binnenweggetjes. Al met al is deze route twee kilometer langer, maar het fietst wel een stuk prettiger, behalve dan de laatste 500 meter. Die voert langs een golfbaan en ik heb geen idee hoe goed of slecht Fransen kunnen golfen. Uitkijken dus voor over vliegende golfballetjes.

Tegen zeven uur lopen we naar het restaurant op de camping om er te gaan eten. Dicht! Die Fransen ook! We kopen in de winkel, die nog wel open is, een karbonade en samen met onze aardappeltjes en sla staat er binnen no-time een maaltijd op tafel.

's Avonds voetbalt Nederland in het kader van de Nations Cup tegen Frankrijk. Nederland verliest met 2-1. Die Fransen ook!

Maandag 10 september 2018: Wandelen lang de kust
Vandaag staat er weer een flinke wandeling op het programma. (Vakantie noemt Marianne dat.) Langs de kust via de GR34 (de Grande Randonnée oftewel het lange wandelpad) naar Point du Grouin. We pakken de auto en laten ons door de Google Maps dame op Marianne haar mobiel naar Port Briac leiden, wat we als startpunt hebben uitgekozen. Vandaar is het zo'n vijf kilometer over de rotskust lopen.

Maar voordat we bij ons startpunt voor de wandeling belanden, stoppen we onderweg eerst nog een paar keer om wat foto's van de zee te maken, nou ja van de plek waar eens de zee was. Grote stukken land - of moet je dat toch zee noemen? - zijn droog gevallen. Het is namelijk al een uur of drie eb aan het worden en in deze regio zijn de verschillen tussen eb en vloed groot. We maken uiteraard de nodige foto's van het wad en ook een aantal foto's van de Mont St Michel die we in de verte zien liggen.





We maken ook een stop in St-Benoit des Ondes. We zien daar onder andere een boot helemaal scheef op de drooggevallen oever van een kanaal liggen.


Er is in dit dorpje ook een uitkijktoren waar je volgens een bordje beneden aan de trap maar met 19 personen tegelijkertijd op mag staan. Probleem is wel dat je beneden niet kan zien hoeveel mensen er bovenop al staan. We nemen de gok en als we boven zijn constateren we dat er nog ruimte is voor 17 andere mensen.


Je hebt er een mooi uitzicht over wat je nu het wad kan noemen.

Boven op de uitkijktoren


Na deze tussenstop leidt de Google Maps dame ons via allerlei smalle weggetjes - als we maar geen tegenligger tegenkomen - naar het startpunt van onze wandeling over de rotskust alhier. De wandeling begin met een flinke klim omhoog. Even verderop gaat het pad weer een stuk omlaag, dat was dus een grotendeels zinloze klim.

Vol goede moed beginnen we aan de klim
Zo, we zijn boven. Wat? Moeten we nu weer een stuk omlaag?
Zo gaat het de hele tijd: omhoog en omlaag. Af en toe hebben we uitzicht op zee maar voor een deel lopen we door een soort bos.




We zien ook nog een oude Duitse bunker. Er steekt nog een loop van een kanon uit. Na een uurtje lopen bereiken we Port-Mer, een klein dorpje aan de kust. Er is één restaurantje open.We zijn net op tijd voor het laatste vrije tafeltje. Degenen die na ons komen moeten wachten. Voor wie het interesseert - ik zou niet niet weten waarom - ik neem een Ceasar Salade en Marianne de Plat du Jour (dat staat in dit geval voor gebakken ham, frietjes en salade of zoals de Fransen zeggen: haute cuisine). Terwijl we op het terrasje zitten, zien we hoe de zee zich in snel tempo steeds verder terugtrekt. Eerst liggen er geen bootjes droog, dan eentje, dan nog eentje en u raadt het al, dan weer eentje. En zo gaat het maar door.



Een paar mensen met een groot vlindernet lopen de drooggevallen bodem op. Geen idee wat ze daar proberen te vinden, vast geen vlinders.


Na onze lunch vervolgen we onze route: klimmen, dalen, klimmen, dalen, klimmen, dalen totdat we bij ons eindpunt zijn: de Pointe du Grouin. Vanaf daar heb je een mooi uitzicht over zee en als je heel goede ogen zou hebben, dan zou je Engeland, Ierland en helemaal in de verte Amerika kunnen zien liggen. Maar zulke goede ogen heb ik niet.

Heel in de verte liggen Engeland, Ierland en Amerika
We drinken nog iets op een terrasje en lopen dan via een ander pad terug - met veel minder klimmen en dalen (maar geen uitzicht op zee). Halverwege sluiten we weer aan op het originele pad langs de kust. Na het nodige klimmen en dalen komen we weer terug bij de auto. Pffff, we zijn er. Best vermoeiend zo'n wandeling.


En daar staat onze auto (de middelste van het rechterrijtje) op ons te wachten
In St-Benoit des Ondes stoppen we nog een keertje om naar het wad te kijken wat ten opzichte van vanochtend weer wat (dat woord zou je hier zowel met een 't' als met een 'd' kunnen schrijven) groter is geworden.

Er wordt hier aan wadlopen gedaan.
In Dol de Bretagne bezoeken we de Super U en doen er wat boodschappen. Ook hier geen aardbeienyoghurt in grote bekers. Bij het avondeten is het dus behelpen met kleine yoghurt-bekertjes.

Dinsdag 11 september 2018.  Op de fiets naar Le Mont St Michel.
Hoewel het vakantie is, staan we vroeg op: om half acht al. De reden is dat we om een uur of negen bij de kust willen zijn. Op dat tijdstip is het namelijk hoog water - en met de springtij deze week is dat hoger dan normaal. Er is niet alleen een groot verschil tussen eb en vloed hier, maar ook de hoogte van het hoog water kan van dag tot dag verschillen. Zo is het hoogste punt morgen tien centimeter lager dan vandaag. Voordat u nu roept: "Zo,zo, ik ben onder de indruk" wil ik even opmerken dat overmorgen het hoogste punt een meter lager is.

We doen de fietsen achterop de auto en rijden eerst weer naar St Benoit-sur-mer. De zee staat nu tot aan de weg. De boot die gisteren droog op het wad lag, dobbert nu fier op zee en de paaltjes die gisteren ruim boven de zee uitstaken, hebben nu moeite om daar boven uit te komen. Ook beklimmen we net als gisteren de uitkijktoren en bekijken de zee van boven.


Zo zag het er gisteren uit.
Links zijn nog net de toppen van de paaltjes te zien
En zo zag het er gisteren uit. Dit zijn de paaltjes en het wad in volle glorie
Het lijkt net of deze foto 's avonds is genomen, maar hij is gewoon 's morgensvroeg genomen; alleen recht tegen de zon in.
Na dit bezoek keren we de auto en rijden we naar La Vivier-sur-mer. (Je hebt hier een hoop plaatsjes die "X-sur-mer" heten.) Daar parkeren we de auto, halen de fietsen er af en beginnen aan onze fietstocht naar de Mont St Michel. Vanaf hier is het ongeveer 30 kilometer fietsen naar dit "eiland". We fietsen grotendeels over vrije fietspaden. De eerste tien kilometer gaat dat langs de zee, de rest langs velden en wegen met bomen, mais en ander nuttig agrarisch materiaal. En het mooie is, het is hier vlak rijden, niks geen klimmen en dalen.

Als we het plaatsje Cherrueix binnen rijden, kan ik de neiging om "Cheerio, cheerio, in Frankrijk zeggen ze Cherrueix" te zingen niet onderdrukken. U mag blij zijn dat deze site geen vocale weergave hiervan laat horen.Marianne had niet dat geluk. Om van de schrik te bekomen, pauzeren we en drinken er een kop koffie. Daarna vervolgens we onze weg. Ik moet zeggen, het is aangenaam fietsen hier.





Pauze
Als we ergens een boterhammetje eten, komen we een Engelsman tegen die we vragen of we zo op de goede weg zijn naar Mont St Michel. (Het zou vervelend zijn als dat niet zo was.) Hij verzekert ons dat we goed zitten. Het is een alleraardigste Engelsman. We beginnen nog even een gesprek over de Brexit. Hij had voor "remain" gestemd, maar het had niet geholpen. Dat hij ook nog zei dat zijn vrouw net zoals ik op een Batavus reed, heeft voor dit verslag eigenlijk geen enkele toegevoegde waarde, maar dat vermeld ik hier toch maar even als een soort "Couleur Locale", ook al komt hij uit Engeland.

Tegen een uur of één bereiken we Beauvoir, waar we bij een crêperie stoppen om een crêpe met pommes en een galette te eten. Het eerste was voor mij; het tweede voor Marianne. Daarna fietsen we de laatste vijf kilometer naar Mont St Michel.



De rotspunt zelf bezoeken we niet. Daar zijn we dertig jaar geleden - ok, dat is al een tijdje terug -  geweest. Toen was het al heel erg druk en gezien de vele toeristen die we zien lopen, zal dat nu niet anders zijn. Vroeger kon je overigens nog met de auto tot aan de voet van het eiland rijden, nu moet je de auto en de fiets op een afstandje parkeren en de rest lopend doen of met een gratis shuttlebus (wel betaal je parkeergeld als je met de auto bent).

Aankondiging van een tentoonstelling van een kunstenaar die allemaal schilderijen van Mont St Michel heeft gemaakt in de stijl van bekende schilders zoals Vincent van Gogh en Roy Liechtenstein.
Om ongeveer drie uur fietsen we weer via dezelfde route terug naar onze auto (bij elkaar is het zo'n 60 km fietsen (heen en weer samen) en rijden we weer terug naar de camping. Ik zit hier overigens nu illegaal, want in een overmoedige daad van verzet heb ik zojuist mijn polsbandje door geknipt. Mocht u morgen geen verslag vinden, dan kan dat komen doordat ik van de camping verwijderd ben.

Dat los knippen van mijn bandje is niet zonder risico. "Trouble-makers (Perturbateurs!) will be immediately expelled!
Woensdag 12 september: Dol de Bretagne
Vandaag is een dag die niet hoog scoort op de lijst van actieve vakantiedagen. En dat is dan nog een understatement.'s Morgens doen we weinig. Ik haal brood in de winkel. We ontbijten. We drinken een kop koffie. We What's-appen even met de dochters in Ghana. We doen een killer-sudoku (althans Marianne). We doen helemaal niets (althans ik). We surfen wat op het internet en dat is het wel. Zie hier ons de ochtend doorkomen.

De eerste activiteit die de moeite van het vermelden waard is, vindt 's middags plaats. We fietsen dan naar Dol de Bretagne. Deze plaats ligt op zo'n tien kilometer afstand van onze camping. Dat klinkt voor ons ervaren fietsers als een appeltje-eitje, maar maak daar maar rustig een meloen-struisvogelei van, want het is hier - in tegenstelling tot de kust - lastig fietsen. De wegen glooien zoals dat zo mooi heet.

Onderweg naar Dol de Bretagne fietsen we eerst nog even langs de Menhir, waar we een paar dagen geleden ook al waren. We zijn toen namelijk vergeten om een zogenaamde "Obelix-foto" te maken, dat wil zeggen een foto waarbij het net lijkt alsof je à la Obelix het ding op je rug tilt. Dus, zie hier mij een Menhir tillen. Als u nu denkt die foto's lijken echt nergens op, weet dan wel hoe zwaar zo'n ding is: 120.000 kg. Now we are talking! Dat til je niet zo maar even op. Het is maar dat u het weet.


Vraag: hoe kan je zien dat dit geen echte Galliër is? Antwoord: Hij draagt een leesbril op zijn voorhoofd. Was zeker bang dat hij de menhir anders over het hoofd zou zien.
En wat moeten we hier nou weer van zeggen?


Marianne tilde het ding ook even op.

Een metertje verderop heeft ze het ding maar weer snel neergezet.


Daarna vervolgen we onze weg naar Dol de Bretagne. We zetten onze fietsen op een pleintje ergens in het centrum en lopen de oude binnenstad in. Dol de Bretagne is een alleraardigst plaatsje met veel oude huizen. Het is wel een beetje op toeristen ingericht. Zo staan er overval informatiebordjes, zowel in het Frans als in het Engels, die verwijzen naar zaken uit het verleden.




Bij een boulangerie/pâtisserie koopt Marianne een tart citron meringée. We gaan even op een bankje zitten, zodat ze haar taartje met smaak kan opeten. Om misverstanden te vermijden zou ik eigenlijk moeten schrijven 'zodat ze haar taartje met smaak met smaak kan opeten', want dat 'met smaak' kan zowel op het taartje als op het op eten slaan. Ik ben echter bang dat ik het nu alleen maar een stuk ingewikkelder maak. To the point: Marianne vind het een lekker taartje en eet het met smaak op.

In de etalage is uw fotograaf te zien; niet letterlijk natuurlijk maar gespiegeld in de ruit.
Een 'M' op de schoorsteen van een huis.
En ergens anders een raar dingetje op een dak
We lopen ook nog even naar de kathedraal. Deze ziet er een beetje vreemd uit. Naast de kerk staat namelijk nog een stuk, alsof ze bij de bouw nog wat stenen over hadden en die hebben gebruikt om er nog een zijstukje bij te bouwen.

Jongens, we hebben nog wat stenen over. Wat doen we daarmee? Een zijstukje er naast bouwen?
Als we het rondje door de stad gelopen hebben, bezoeken we een Intermarché. Hij zit in een beetje oud pand. Veel stelt de winkel niet voor en veel kopen we er dan ook niet. Vlakbij de winkel staat een standbeeld van Elvis Presley, althans dat denk ik, maar als we het van dichtbij bekijken, blijkt het een negentiende-eeuwse Franse schrijver te zijn.

"Elvis has left the building."
Ook zien we een mini-bieb. Het is wel de grootste mini-bieb die we ooit gezien hebben. Een soort maxi-mini-bieb. Als deze ontwikkeling zo doorgaat, dan zul je zien dat ze straks nog hele gebouwen vol met boeken gaan stoppen.


Dan is het tijd om naar de camping terug te fietsen. Niet alleen zit de vakantie er bijna op, maar dat geldt ook voor mijn conditie. Ook die is zo goed als op. Bezweet kom ik op de camping aan. Ook de terugweg blijkt namelijk glooiend te zijn met dien verstande dat waar we heen moesten klimmen, we nu kunnen dalen. Maar helaas, dat geldt ook andersom. De afgelegde totale afstand (heen en weer) bedraagt slechts 21 km, maar dat de hoogste dagsnelheid vandaag 38,9 km bedraagt, geeft wel al aan dat het hier heuvelachtig is.

We eten vanavond macaroni à la primavera. Net als het eten klaar is, houdt het gas er mee op. Het is maar goed dat zoiets niet gebeurt op het moment dat je met je hoofd vol shampoo onder de douche staat. We sturen een sms-je naar de Eurocamp-mensen en die sturen direct een bericht dat ze er aan komen. Het duurt even voordat we weer gas hebben - verkeerde gasfles bij zich - maar dan hebben we weer gas en kunnen we afwassen. Tja, elk voordeel heeft zijn nadeel zou één van Nederlands grootste filosofen zeggen.


Donderdag 13 september

Vandaag de laatste dag van de vakantie. De reis terug. Dat is meestal niet de meest boeiende dag. Ook vandaag niet. Het is bewolkt en niet al te warm. Af en toe miezert het even. Hollands weer, althans van voor de opwarming van de aarde. Om een uur of tien zijn we ingepakt en kunnen we op weg. De Google Maps dame zegt dat het een reis van 776 km gaat worden en ze rekent er op dat we hier minder dan acht uur over gaan doen. We doen ons best.

De tolbrug bij Le Havre
Over de reis valt weinig te zeggen. Veel tolwegen, een tolbrug (bij Le Havre; €5,40) en een toltunnel (bij Antwerpen; €6,00). Bij de tolwegen betalen we tegenwoordig haast altijd met de creditcard. Vroeger was dat anders. Elk hokje was toen nog bemenst en vol spanning vroegen we dan aan de beambte "Combien?" Die mompelde dan iets onverstaanbaars, waarop ik dan meestal zei: "Geef maar 300 Franse francs, dat zal wel genoeg zijn, kijken we wel hoeveel we terug krijgen. Nee niet die, dat zijn Belgische franks". En dan bleek het altijd net 301 francs te zijn. Voordat we dat door hadden, duurde het een tijdje en dan kreeg je: "Weet jij hoe zo'n frank er uit ziet? Is dit er eentje?" Nee, je moest beslist niet achter ons in de rij voor het tolhokje staan. Maar goed, tegenwoordig gaat de creditcard er in en dan gaat de slagboom open. "Niet vergeten de creditcard terug te pakken!"

In Frankrijk rijdt het goed door. Het meeste last hebben we nog van vrachtauto's die elkaar inhalen.


Dat schiet maar niet op. Als we aan het einde van de middag in de buurt van Gent zijn, meldt de dame van Google Maps dat het heel druk is bij Antwerpen. Ze suggereert een afwijkende route, die liefst 40 minuten sneller is. Ok, die doen we, ook al gaat die via een toltunnel.

Bij Gent worden we door haar van de snelweg afgeleid en over een industrieterrein naar het noorden gestuurd. Na een tijdje komen we op een andere snelweg naar Antwerpen, maar voordat je het centrum van de stad bereikt, kan je via een toltunnel naar Nederland afbuigen. Er staat een behoorlijk rij voor het tolhokje. Dat geeft een vertraging van ongeveer tien minuten. De dame van Google Maps zegt dat ondanks deze vertraging het nog steeds de snelste route is. Alsof ze wil zeggen: "Ik heb het wel goed hoor." Tegen acht uur zijn we thuis. In totaal hebben we 2190 km gereden. De vakantie zit er weer op.

Naschrift: De volgende morgen hebben we met het nodige gesjor de fietsendrager van de auto gekregen. Ook dien ik nog te vermelden dat Go Ahead Eagles 's avonds tegen Jong AZ moest spelen. Jong AZ uit, altijd lastig, te lastig zelfs. We verloren met 3-2. Zouden we dan toch niet vijf keer op rij kampioen worden? Ach zaten we nog maar in Frankrijk. Toen wonnen we altijd.